
Oscar Kocken interviewt tgECHO
Anna: ‘Een kermis wordt het, een overweldigende stortvloed van beelden, geluiden, scènes, allemaal rond die ene gruwelijke attractie. Een boer, een kok, een kip zonder kop én de koningin, allemaal merkwaardige figuren die stuk voor stuk iets te maken hebben met het leven van de koe, stuk voor stuk vertolkt door ons, de twee vrouwen van de zweefmolen.’
Lotte: ‘Zoals altijd bij tgECHO wordt het vooral beeldend theater, maar wel gedreven door de taal. Magne van den Berg schreef poëtische tekstfragmenten en dialogen, waarin zelfs iets lugubers als het slachten van een koe zo esthetisch kan zijn dat het bevreemdend wordt. En dan het decor van Miek Uittenhout, dat is zo verleidelijk. Wat zij maakt is altijd glamourachtig, heel schoon en precies.’
Anna: ‘Horror! Zo sereen en steriel dat het weer eng wordt. Daar heb ik bij het maken van deze voorstelling nog wel het meeste zin in: echte horror zie ik niet zo vaak in het theater. Maar het is juist die gruwelijkheid die ons zo aanspreekt. Als voor ons iets een ultieme aantrekkingskracht heeft, dan is het wel het lelijke.’
Lotte: ‘Dat hoort heel erg bij tgECHO Pas als je onder ogen durft te zien wat lelijk is in de wereld, dan kun je iets veranderen.’
Anna: ‘Want hoe doe je dat eigenlijk: goed leven? Hoe ben je een mooi mens? Dat zijn vragen die ons blijven bezighouden. Ik vind het misschien wel minder erg wanneer iemand bewust slechte dingen doet, dan wanneer dat gedachteloos gebeurt.’
“In plaats van steeds op Facebook te zetten dat het vreselijk is, kunnen we er veel beter een voorstelling over maken”
Waanzin
Lotte: ‘Het onderwerp van stel je bent een koe heeft iets
activistisch, maar de voorstelling wordt dat niet. Wel
is het een thema dat ons allebei écht aan het hart
gaat. Ik zei tegen Anna: in plaats van steeds op
Facebook te zetten dat het vreselijk is wat we dieren
aandoen en vervolgens ’s avonds toch stiekem
gewoon van een hamburger te genieten, kunnen we
van die spagaat veel beter een voorstelling maken. Dat is tenslotte ons vak.’
Anna: ‘De waanzin dat de smaakpapillen het toch telkens winnen van de idealen, daar gaat het om. Het is een bijna onuitroeibaar diepe drift. Maar in die tweestrijd zit wel een mooi drama. We tonen het genot van het eten, maar het vrolijke heeft altijd ook een andere kant. Wij geven die kant een gezicht.’
Lotte: ‘Als je er over na gaat denken, dan wordt het namelijk heel moeilijk om nog vlees te eten.’
Anna: ‘Eigenlijk zou ik er niet meer toe in staat moeten zijn. Maar ik doe het toch, ik blijf het gewoon te lekker vinden.’
Lotte: ‘Ik ben sinds het onderzoek voor deze voorstelling en het zien van al die bloederige beelden uit de slachthuizen eindelijk overstag gegaan en vegetariër geworden. Nou ja, bitterballen eet ik wel nog. Maar dat is dan ook echt het enige.’
Anna: ‘Het is die smaak, die textuur, daar kan een mens bijna niet zonder.’
“In plaats van steeds op Facebook te zetten dat het vreselijk is, kunnen we er veel beter een voorstelling over maken”
Lotte: ‘Vegetarische schijven gaan op den duur vervelen. Vlees niet.’
Anna: ‘En ik wil kauwen! Vegetarische dingen hebben geen bite.’
Lotte: ‘Het zout… Het vet…’
Anna: ‘Zie je wel, we willen zo graag het juiste doen, maar het lijkt gedoemd om te falen. Tragisch is dat.’
Lotte: ‘Toch heb ik nooit eerder een voorstelling gemaakt die mij zo beïnvloed heeft. Mijn gedrag, mijn denken, alles verandert. Soms gebeurt er iets in je leven dat zorgt dat je de wereld plotseling heel anders ziet. Voor mij is dat aan de hand bij het maken van stel je bent een koe.’
Biggenbeuker
Anna: ‘We hebben tijdens ons onderzoek zo veel bizars ontdekt. Zo’n hoop gruwelijkheden: biggen die niet snel genoeg groeien moeten dood. De meest efficiënte manier blijkt te zijn om hen met hun kop tegen de grond te beuken. En dat is dus echt iemands beroep: de biggenbeuker. Dat is zo absurd dat het weer lachwekkend wordt.’ Lotte: ‘En zo komen we toch altijd weer uit bij een flinke dosis zwarte humor. Niet om dingen weg te lachen, wel om het ruimte te geven. En ja, de voorstelling zal wel vermakelijk worden. Visueel gaat het spectaculair zijn, er is prachtige muziek gemaakt door Eef van Breen en zijn groep en daarbij wordt het ook nog eens heel persoonlijk.’ Anna: ‘Een voorstelling die je niet mag missen, toch?’
Lotte: ‘Precies.’
Anna: ‘Een grimmige revue vol bizariteiten, wie wil dat nou niet? Een luguber variété op een kermis, met in het midden die zweefmolen dus, prachtige prijzen, een caviarace en natúúrlijk ook een meezinger!’
Lotte: ‘Ich bin wie Kuh.’
Oscar Kocken mei 2014